De Sint-Pieterskerk van Kerkem
Het is een sobere kerk overwegend opgetrokken in baksteen. De onderbouw van de toren en een deel van de beuk is gebouwd met veldsteen en ijzerzandsteen, mogelijks recuperatiemateriaal van een aanvankelijk bouwwerk uit de Romaanse of vroeggotische periode.
Boven de toegangsdeur zien we een steen met het jaartal 1775. Toen werd de toren gebouwd. Vroeger stond hij waarschijnlijk op de plaats waar nu de huidige sacristie is. Een andere gedenksteen vermeldt dat er in 1885 verbouwingen plaatsvonden volgens de plannen van bouwmeester Van der Zanden uit Ronse.
Het romaans kerkje heeft een vierkante toren en een zaalruimte met een even breed koor. Het koor in lichtrode baksteen heeft een geglazuurd Andreaskruis op de frontmuur.
Het eerder klein hoogaltaar heeft een verzorgde opbouw. De kleine, sierlijke altaar voet draagt een gesculpteerd tabernakel waarop een bas-reliëf prijkt van het Apocalyptisch Lam, omgeven door een stralenkrans en door aanbiddende engelen.
Aan beide zijden van het portiekretabel staan twee wat volkse, gemaniëreerde gepolychromeerde beelden. Het linker stelt de H. Margaretha van Antiochië voor en het rechter zou de H. Augustinus kunnen zijn. In zijn hand hield hij waarschijnlijk een vlammend hart. Sommigen houden het bij de H. Michaël (links) en de H. Gregorius (rechts).
Het retabelschilderij stelt de verlossing van Petrus uit de gevangenis voor. Het wordt toegeschreven aan Thomas Blaton uit Etikhove. Boven het altaar is er een groot geschilderd chronogram (jaarschrift): "DeVotVs rVLLens Me CoLorat CVraVIt", wat als datum 1887 geeft. Het refereert wellicht op de marmerschildering van heel het hoogaltaar. (bron : Dr. Patrick Devos en Mieke Verbeeck).
Het kwaliteitsvol gepolychromeerd noord-altaar is, zoals traditioneel, toegewijd aan Maria. De altaartafel is elegant uitgewerkt. Het kleurrijk beeld van Maria met kind is een losstaand stuk op een sokkel. Bovenaan zweeft de duif van de Heilige Geest.
De twee zijaltaren in het transept hebben een aan elkaar identieke portiekopbouw, en dragen in het centrum een beeld. Het orgel zou van het opgeheven klooster van Sion uit Oudenaarde komen en in 1807 naar Kerkem overgebracht zijn. Volgens de kerkrekening kostte het orgel 50 gulden. In 1823 en 1846 heeft P.C. Van Peteghem het orgel hersteld.
De prachtige preekstoel, die getuigt van echt vakmanschap, heeft een barokke kuip. Hij is gedateerd "1687" en is nauw verwant met die van de Sint-Eligiuskerk van Maarke, die van 1680 stamt. De sterk geritmeerde hoeken zijn met beeldwerk bekleed. Op de panelen staan de vier evangelisten met hun symbolen. Deze preekstoel (afkomstig van de kerk van Schorisse?) werd in 1886 vanuit Schorisse naar Kerkem overgebracht.